Partneralimentatie

Voor stellen die met elkaar gehuwd zijn geweest, ontstaat er na de echtscheiding recht op partneralimentatie. Hoe hoog de aanspraak op partneralimentatie uiteindelijk is, hangt samen met de begrippen behoeftigheid, behoefte en draagkracht.

Allereerst is van belang of de alimentatiegerechtigde ‘behoeftig’ is. Dat wil zeggen dat hij of zij niet in staat is om volledig in zijn of haar eigen levensonderhoud te voorzien en hiertoe ook niet in staat moet worden geacht. Er wordt dus niet alleen gekeken naar de daadwerkelijke inkomensbronnen, maar ook naar de verdiencapaciteit van de alimentatiegerechtigde. Uitgangspunt is namelijk dat een alimentatiegerechtigde alles in het werk moet stellen om volledig in zijn of haar eigen levensonderhoud te kunnen voorzien.

Daarna wordt gekeken naar de ‘behoefte’ van de alimentatiegerechtigde: wat heeft hij of zij nodig voor zijn of haar levensonderhoud (exclusief kosten voor eventuele kinderen). Deze behoefte wordt onder meer gevormd door de welstand tijdens het huwelijk. Voor het bepalen van de hoogte van de behoefte van de alimentatiegerechtigde, dient rekening gehouden te worden met alle relevante omstandigheden, waaronder zowel de inkomsten tijdens de laatste jaren van het huwelijk als het uitgavenpatroon in diezelfde periode. Daarnaast wordt gekeken welke uitgaven er in de toekomst redelijkerwijs zijn te verwachten.
Tot slot wordt voor de vaststelling van de alimentatieverplichting ook gekeken naar de draagkracht van de alimentatieplichtige. Het gaat hierbij om de vraag welke bijdrage in redelijkheid van de alimentatieplichtige verwacht kan worden, rekening houdend met de lasten van de alimentatieplichtige zelf. De alimentatieverplichting kan namelijk ook nooit hoger zijn dan dat de draagkracht van de alimentatieplichtige toelaat.

Per 1 januari 2020 is de wet Herziening Partneralimentatie in werking getreden hebben er veranderingen plaatsgevonden voor wat betreft de duur van de partneralimentatieverplichting. Hoofdregel is dat de partneralimentatieverplichting maximaal vijf jaar duurt, te rekenen vanaf het moment dat de echtscheidingsbeschikking wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Hierop zijn echter wel uitzonderingen mogelijk.

Het recht op alimentatie eindigt van rechtswege indien de alimentatiegerechtigde trouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of duurzaam gaat samenwonen met een ander als ware hij of zij gehuwd/een geregistreerd partnerschap aangegaan. De bewijslast hiervoor ligt bij de alimentatieplichtige.

Niet alleen ten tijde van de echtscheiding kan de hoogte van de partneralimentatie een discussiepunt vormen. Het is namelijk mogelijk om de alimentatie later te wijzigen indien er een rechtens relevante wijziging optreedt ten opzichte van de situatie waarvan is uitgegaan ten tijde van het afspreken van de hoogte van de alimentatie. Daarnaast kan de kinderalimentatie ook nog gewijzigd worden indien later blijkt dat van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan, waardoor de alimentatie niet aan de wettelijke maatstaven voldoet of omdat de wettelijke maatstaven anderszins zijn miskend.

Voor het bepalen van de hoogte van de partneralimentatie is niet per se een gerechtelijke procedure vereist. Dit kan ook in onderling overleg worden vastgesteld en in een schriftelijke overeenkomst worden vastgelegd. Wel is het altijd raadzaam om u hierbij door een deskundige te laten adviseren. Wanneer u er samen niet uitkomt, kan de discussie omtrent de partneralimentatie aan de rechter worden voorgelegd. Voor een dergelijke procedure is wel altijd een advocaat vereist.