Het geregistreerd partnerschap, hoe en wat?
Al een aantal jaren wint het geregistreerd partnerschap in Nederland aan populariteit, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Oorspronkelijk werd deze formele relatievorm in 1998 ingevoerd voor paren van gelijk geslacht. Tegenwoordig zijn het vooral jongere stellen die voor het geregistreerd partnerschap kiezen, zo blijkt uit diezelfde cijfers.
Vaak wordt het geregistreerd partnerschap verward met een samenlevingscontract. Dit zijn echter twee verschillende dingen. Het samenlevingscontract komt niet in de wet voor. Het is doorgaans een notariële akte of overeenkomst waarin samenwoners afspraken met elkaar kunnen maken over bijvoorbeeld de kosten van de huishouding en de gezamenlijke woning. Voor het beëindigen van het samenlevingscontract is ook geen rechterlijke uitspraak vereist. Vaak is in het samenlevingscontract zelf geregeld hoe dit kan worden opgezegd.
Het geregistreerd partnerschap daarentegen is wel in de wet geregeld en is om die reden ook een stuk minder vrijblijvend. Een verschil is bijvoorbeeld dat het geregistreerd partnerschap bij de burgerlijke stand van de gemeente moet worden aangegaan, net zoals een huwelijk. Daarnaast zijn de gevolgen van een geregistreerd partnerschap (grotendeels) gelijkgesteld aan de gevolgen van een huwelijk. Zo ontstaat er na het sluiten van een geregistreerd partnerschap bijvoorbeeld een (beperkte) gemeenschap van goederen[1](tenzij er partnerschapsvoorwaarden worden opgesteld waarbij daarvan wordt afgeweken), ontstaat er recht op partneralimentatie na het beëindigen van het geregistreerd partnerschap en heeft het geregistreerd partnerschap ook automatisch gevolgen voor de afstamming en het ouderlijk gezag ten aanzien van kinderen die tijdens het geregistreerd partnerschap worden geboren. De partner van de moeder uit wie het kind wordt geboren, wordt van rechtswege de juridisch ouder van het kind en voor beide ouders ontstaat automatisch gezamenlijk gezag.
De ontbinding van het geregistreerd partnerschap vertoont grote gelijkenissen met de echtscheidingsprocedure, maar er zijn ook verschillen. Waar er bij een echtscheidingsprocedure namelijk altijd een uitspraak van de rechter nodig is, bestaat er in sommige gevallen bij een geregistreerd partnerschap ook de mogelijkheid om dit zonder tussenkomst van de rechter te beëindigen. Dit is het geval als er geen minderjarige kinderen zijn betrokken en beide partners het over de beëindiging eens zijn. De beëindiging van het geregistreerd partnerschap kan dan met wederzijds goedvinden worden ingeschreven bij de burgerlijke stand. Wel moet daarvoor een verklaring worden opgesteld die door minimaal één advocaat of notaris en beide partners is ondertekend. Zijn er wel minderjarige kinderen betrokken, dan moet er een verzoek tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap bij de rechtbank worden ingediend. Dit kan zowel een eenzijdig verzoek van één van de partners zijn, als een gezamenlijk verzoek. Het verzoek dient echter altijd door een advocaat te worden ingediend. De procedure die dan bij de rechtbank moet worden doorlopen, werkt hetzelfde als de echtscheidingsprocedure.
In alle gevallen is het raadzaam om bij het verbreken van een relatie deskundig advies in te winnen, of het nu gaat om het beëindigen van een samenlevingscontract, een huwelijk of een geregistreerd partnerschap. Ook als het lijkt alsof tussen de partners overal overeenstemming over bestaat, kan dergelijk advies geen kwaad. Niets is namelijk zo vervelend als gemaakte afspraken die later toch niet helemaal aan alle verwachtingen blijken te voldoen. De advocaten van Boeve Familierecht staan graag voor u klaar om u te informeren. Neem gerust vrijblijvend contact met ons op via info@boevefamilierecht.nl of 026-3823114.
[1] Sinds 1 januari 2018 is dit de beperkte wettelijke gemeenschap van goederen.