Vervangende toestemming vakantie ten tijde van het coronavirus

Indien sprake is van gezamenlijk gezag en een ouder met de kinderen naar het buitenland wil afreizen, heeft die ouder daarvoor toestemming nodig van de andere ouder. In veel gevallen is het raadzaam om hiervoor het door de overheid beschikbaar gestelde formulier in te vullen.[1] Bij een eventuele grenscontrole moet namelijk kunnen worden aangetoond dat de andere ouder toestemming heeft gegeven voor de reis. Het kan voorkomen dat ouders het niet eens worden over een voorgenomen vakantie en dat de andere ouder weigert om toestemming te verlenen. Dit wordt gezien als een gezagsgeschil, waarvoor vervangende toestemming aan de rechtbank kan worden gevraagd.

Ook voordat het coronavirus zijn intrede deed, werden er jaarlijks al veel van dit soort geschillen door de rechtbank beslecht. Het uitgangspunt daarbij is dat de rechter een beslissing neemt die in het belang van de kinderen wenselijk wordt geacht. Er zijn tal van bezwaren denkbaar die door de andere ouder tegen de voorgenomen vakantie kunnen worden ingebracht. Een aantal van deze bezwaren is terug te herleiden tot de vrees voor de veiligheid van het kind tijdens de vakantie, omdat de andere ouder van mening is dat er veiligheidsrisico’s gelden voor het beoogde vakantieland. Over het algemeen grijpt de rechter dan terug op het reisadvies dat de rijksoverheid heeft uitgebracht voor het beoogde vakantieland. Zolang er door de rijksoverheid geen negatief reisadvies is afgekondigd (en er ook geen andere bezwaren komen vast te staan), wordt er in de regel vervangende toestemming voor de vakantie verleend.

Het is goed denkbaar dat het coronavirus een nieuwe reden vormt voor discussie tussen de ouders over de wenselijkheid van een voorgenomen vakantie naar het buitenland. Ook vrees voor het coronavirus kan worden gezien als een bezwaar dat is terug te herleiden tot vrees voor de veiligheid van het kind gedurende de vakantie. Recentelijk is door de Rechtbank Rotterdam het eerste vonnis gepubliceerd waarin deze problematiek aan bod kwam.[2] Weliswaar werd in dit geval door de andere ouder geen specifiek beroep gedaan op bezwaren in verband met het coronavirus, maar de rechtbank heeft hier wel uit eigen beweging een overweging aan gewijd. De rechtbank nam in aanmerking dat op het moment dat het vonnis werd gewezen, door de overheid werd geadviseerd om alleen noodzakelijke reizen te maken naar het betreffende land (zogenaamd code oranje). Vervolgens oordeelde de rechtbank dat een vakantie niet valt aan te merken als een noodzakelijke reis. Mocht het reisadvies ten tijde van de reis weer zijn gewijzigd naar ‘geen veiligheidsrisico’s’ (zogenaamd code groen) of ‘let op, veiligheidsrisico’s’ (zogenaamd code geel), dan zag de rechtbank geen bezwaar tegen de voorgenomen vakantie. Er werd in deze zaak dus vervangende toestemming voor de vakantie verleend, tenzij het reisadvies van de overheid op het moment van de reis zou luiden om alleen noodzakelijke of helemaal geen reizen naar het betreffende land te maken.

In alle gevallen is het raadzaam om zo vroeg mogelijk met uw ex-partner in overleg te treden over een voorgenomen vakantie. Komt u er samen niet uit, dan bestaat er dus de mogelijkheid om aan de rechtbank vervangende toestemming te vragen voor de beoogde vakantie. In veel gevallen zal het kort geding hiervoor de geëigende procedure zijn, gelet op het spoedeisend belang bij een beslissing van de rechtbank. Ook een kort geding kost echter tijd en de ervaring leert dat ook een zitting in kort geding vanwege de huidige coronacrisis momenteel even op zich kan laten wachten. Het advies luidt dan ook om niet tot het laatste moment te wachten met de aanvraag van een procedure. De advocaten van Boeve Familierecht hebben veel ervaring met dergelijke procedures en staan u graag bij. Voor advies of vragen kunt u contact opnemen via info@boevefamilierecht.nl of via 026-3823114.

 

[1] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/formulieren/2014/02/06/formulier-toestemming-reizen-met-minderjarige-naar-het-buitenland

[2] Rechtbank Rotterdam, 31 maart 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:5035.