Juridisch ouderschap

Het afstammingsrecht regelt in ons land wie er in familierechtelijke betrekking tot elkaar staan en wie er dus juridisch ouder van een kind zijn. Biologisch ouderschap betekent namelijk niet automatisch dat een ouder ook juridisch ouder van een kind is. De wet maakt onderscheid tussen het juridisch moederschap van het kind en het juridisch vaderschap.

Juridisch moederschap
Voor de biologische moeder uit wie het kind wordt geboren is de regel vrij simpel: zij wordt op grond van de wet automatisch juridisch moeder van het kind en dit kan ook niet worden aangetast. Voor de vrouwelijke partner van de moeder uit wie het kind is geboren (hierna: duomoeder) ligt dit anders. Ook zij kan namelijk juridisch ouder van het kind worden. Als de duomoeder is getrouwd of een geregistreerd partner heeft met de vrouw uit wie het kind is geboren, wordt ook de duomoeder van rechtswege juridisch ouder van het kind (mits er een verklaring van de Stichting Afstammingsvoorlichting kan worden overgelegd waaruit blijkt dat gebruik is gemaakt van een onbekende donor). Is geen sprake van een huwelijk of geregistreerd partnerschap, dan kan de duomoeder het kind erkennen. Ook kan het moederschap van de duomoeder gerechtelijk worden vastgesteld, hetgeen geschiedt door de rechter. Op erkenning en gerechtelijke vaststelling van het ouderschap wordt hierna nog nader ingegaan.

Juridisch vaderschap
Voor de man die met de vrouw uit wie het kind wordt geboren getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft, geldt dat deze automatisch bij de geboorte van het kind juridisch vader wordt. Hiervoor is geen actie vereist. Wanneer de biologische vader en de moeder van het kind niet zijn gehuwd of een geregistreerd partnerschap hebben, zijn er nog de mogelijkheden van erkenning en het gerechtelijk laten vaststellen van het vaderschap.

Erkenning
Erkenning van het kind kan relatief eenvoudig geschieden bij de gemeente. Door de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt dan een akte van erkenning opgemaakt die aan de geboorteakte van het kind wordt toegevoegd. Het is goed om te weten dat erkenning ook al voor de geboorte van het kind kan plaatsvinden. Voor erkenning van het kind is echter wel de toestemming van de moeder vereist en daarnaast de toestemming van het kind als het kind 12 jaar of ouder is. Als de moeder of het kind weigeren om de benodigde toestemming te geven, kan aan de rechtbank om vervangende toestemming voor erkenning worden gevraagd. Het uitgangspunt van de wet is dat een verzoek om vervangende toestemming voor erkenning in principe wordt toegewezen, tenzij er sprake is van een uitzonderingssituatie. De toets die de rechter daarbij hanteert is of de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind door de erkenning worden geschaad, ofwel dat de evenwichtige sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van het kind in het gedrag komt. Om een verzoek tot vervangende toestemming voor erkenning bij de rechtbank in te dienen, heeft u een advocaat nodig.

In principe geldt er geen termijn waarbinnen een verzoek tot vervangende toestemming bij de rechtbank moet worden ingediend. Toch is het raadzaam om hier niet te lang mee te wachten. De moeder kan namelijk in tussentijd aan een ander toestemming geven voor erkenning van het kind en een kind kan slechts twee juridische ouders hebben.
Zo lang de procedure tot het verkrijgen van toestemming voor erkenning bij de rechtbank loopt, kan de moeder aan een ander slechts voorwaardelijk toestemming voor erkenning geven. De erkenning van het kind door die ander wordt dan pas definitief als in de procedure tot het verkrijgen van vervangende toestemming een afwijzende beslissing door de rechtbank is gegeven en deze beslissing onherroepelijk is geworden. Beslist de rechtbank positief op het verzoek om vervangende toestemming, dan is de erkenning die door de ander is gedaan nietig. Ook indien de moeder een brief van een advocaat heeft gekregen waarin wordt verzocht om toestemming tot erkenning van het kind, kan de moeder nog slechts voorwaardelijk toestemming voor erkenning aan een ander verlenen. Kortom, het is dus raadzaam om u snel mogelijk tot een advocaat te wenden indien de moeder weigert om toestemming te geven voor erkenning van het kind.

Heeft het kind inmiddels al wel twee juridische ouders doordat een ander het kind heeft erkend, dan is het nog steeds mogelijk om een verzoek tot vervangende toestemming voor erkenning bij de rechtbank in te dienen. De kans van slagen van het verzoek is dan echter een stuk minder groot. De rechter toetst in dat geval namelijk eerst of de moeder misbruik van haar bevoegdheid heeft gemaakt door aan een ander toestemming voor erkenning te hebben gegeven. Pas als wordt geoordeeld dat daar sprake van is, bestaat er de mogelijkheid om vervangende toestemming voor erkenning te verlenen.

Gerechtelijke vaststelling van het ouderschap
In tegenstelling tot erkenning, is de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap een verzoek dat juist door de moeder van het kind of het kind zelf kan worden ingediend. Het is een middel om ervoor te zorgen dat de biologische vader van het kind ook juridisch wordt gezien als de vader van het kind. Ook is het mogelijk om het ouderschap van de ouder die als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad gerechtelijk vast te laten stellen. Voor een dergelijk verzoek aan de rechtbank is ook een advocaat nodig. Het is goed om te weten dat de moeder van het kind dit verzoek in principe binnen 5 jaar aan de rechter voor moet leggen. Voor het kind zelf gelden er geen termijnen.

Ontkenning ouderschap
Tot slot kan het nog zo zijn dat iemand onbedoeld juridisch ouder van het kind is geworden, terwijl diegene niet de biologische ouder van het kind blijkt te zijn. In dat geval bestaat er de mogelijkheid om het ouderschap te ontkennen. Ook dit geschiedt door middel van een verzoek aan de rechtbank, waarbij u een advocaat nodig heeft. Zowel de moeder, de vader als het kind zelf kunnen dit verzoek doen. Aan het verzoek zitten wel termijnen verbonden. Het is dus raadzaam om zo snel mogelijk in actie te komen zodra duidelijk wordt dat de juridische ouder niet de biologische ouder van het kind blijkt te zijn.