Gezag
Het gezag regelt wie het recht en de plicht hebben om een minderjarig kind op te voeden. Wanneer ouders met elkaar gehuwd zijn ten tijde van de geboorte van het kind, verkrijgen zij automatisch gezamenlijk het gezag over het kind. Na de echtscheiding blijft het gezamenlijk gezag in stand, tenzij een van beide ouders aan de rechter verzoekt om het gezamenlijk gezag om te zetten in eenhoofdig gezag. Hiervoor is een gerechtelijke procedure vereist. Uitgangspunt is dat het gezamenlijk gezag in stand blijft. Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt het verzoek om eenhoofdig gezag toegewezen.
Wanneer de ouders van het kind niet met elkaar zijn gehuwd, kunnen zij er samen voor kiezen om het gezamenlijk gezag aan te laten tekenen in het gezagsregister. Hiervoor is geen gerechtelijke procedure nodig en dit kunt u zelf gemakkelijk regelen via de website van de rechtspraak. Weigert de andere juridische ouder om mee te werken aan het aantekenen van het gezamenlijk gezag, dan bestaat er de mogelijkheid om via de rechter om gezamenlijk gezag te vragen. Voor een dergelijke procedure heeft u een advocaat nodig. Uitgangspunt is ook hier dat het verzoek om gezamenlijk gezag in beginsel wordt toegewezen. Ook bij ouders die niet met elkaar gehuwd zijn geweest, kan er later de wens ontstaan om met het eenhoofdig gezag belast te worden. Daarvoor geldt tevens dat een gerechtelijke procedure is vereist en dat alleen in uitzonderlijke gevallen het verzoek om eenhoofdig gezag wordt toegewezen.
Naast discussies over het gezamenlijk of eenhoofdig uitvoeren van het gezag, kan er tussen ouders ook discussie ontstaan over de wijze waarop het gezamenlijk gezag moet worden uitgevoerd. Denk daarbij aan de vraag op welke school het kind ingeschreven moet worden, het uitvoeren van medische behandelingen of bijvoorbeeld de wens om met het kind te verhuizen. Dergelijke geschillen kunnen aan de rechtbank voorgelegd worden, waarna de rechter een beslissing zal nemen waarbij het belang van het kind voorop staat.