Verhuizen met kinderen na scheiding

 

Indien beide ouders met het gezag over de kinderen zijn belast moet de ouder die met de kinderen wil verhuizen toestemming van de andere

ouder verkrijgen, zo heeft de Hoge Raad al meerdere malen bepaald. Geeft de ouder die om toestemming is gevraagd, deze niet, dan kan er door de ouder die wil verhuizen bij de rechter om vervangende toestemming worden gevraagd. De rechter zal hierbij een belangenafweging maken en met alle relevante omstandigheden van het geval rekening houden.

De Hoge Raad heeft bepaald, dat hoewel het belang van de kinderen voorop staat, dit belang niet altijd zwaarder weegt dan andere belangen. Hoewel het lastig blijft een eenduidig beeld te geven van de voorwaarden die de rechters relevant achten, is er een aantal factoren te noemen dat van groot belang wordt geacht.

 

Een eerste onderscheid dat gemaakt wordt, is het verschil tussen verhuizen binnen Nederland en het verhuizen naar het buitenland. Voor verhuizen naar het buitenland gelden zwaardere eisen, dan voor verhuizen binnen Nederland.

 

Een tweede criterium dat wordt getoetst, is de betrokkenheid van de beide ouders bij de opvoeding van de kinderen. In het geval er een co-ouderschapregeling bestaat, is de rechter minder snel geneigd om zijn vervangende toestemming te verlenen indien na verhuizing in redelijkheid deze regeling niet meer kan worden gehandhaafd, dan wanneer er maar zeer beperkt contact is tussen de kinderen en de achterblijvende ouder.

 

In de derde plaats houdt de rechter rekening met de inspanningen van de verzorgende ouder om de gevolgen van de verhuizing voor de kinderen te verzachten, hierbij speelt een rol dat de kinderen uit de vertrouwde omgeving worden gehaald.

 

Een vierde punt dat van belang wordt geacht is de communicatie tussen de ouders. Bij een verstoorde communicatie, zal de rechter eerder geneigd zijn te oordelen dat de verhuizing niet in het belang van de kinderen is.

 

Voorts dient de noodzaak tot verhuizing en de aard van de urgentie te worden aangetoond door de ouder die wil verhuizen.

 

Een voorbeeld van deze noodzaak kan zijn dat de ouder die wil verhuizen een nieuwe partner heeft die elders woont en door zijn werk is verbonden aan die bepaalde plaats, danwel dat de ouder zelf dient te verhuizen voor (behoud van) werk. De rechter moet in dat geval dus de afweging maken tussen de vrijheid van de vertrekkende ouder om te verhuizen en elders een nieuwe start te maken en het recht van de blijvende ouder op omgang met zijn kinderen. Tot slot is de leeftijd van de kinderen van belang.

 

Hoewel het achteraf vragen van toestemming wel mogelijk is, benadruk ik met klem dat het belangrijk is dat er op voorhand toestemming wordt gevraagd door de ouder die wil verhuizen.

 

Indien dit wordt nagelaten, bestaat de mogelijkheid dat er moet worden terug

verhuisd, of dat zelfs de hoofdverblijfplaats van de kinderen wordt gewijzigd van de

verhuisde ouder naar de achtergebleven ouder, zo heeft het Gerechtshof Arnhem

recentelijk bepaald.

 

Er kan dus in zijn algemeenheid niet worden aangegeven wanneer de rechter wel of geen vervangende toestemming zal verlenen. Het hangt erg af van de specifieke

omstandigheden van het geval. Indien u overweegt met uw kinderen te verhuizen na scheiding en uw ex-partner hiermee niet instemt, is het van belang dat u zich goed laat adviseren. Heeft u te maken met een ex-partner die zonder uw toestemming gaat verhuizen wijs ik u erop dat u bepaalde rechten heeft en er dus mogelijkheden

bestaan om de verhuizing tegen te gaan.

 

Wilt u meer weten?

Heeft u vragen over dit onderwerp neem dan contact met ons op.

Contact